?? Hallo Allemaal ??,

Warm en goed verzorgd op de bank zittend, – vergeet niet dat ik “ gehandicapt” ben-, komen er en af en toe nog wel enkele flits-herinneringen over mijn jeugd langs.

Ik schrijf ze dan wel direct op, anders vergeet ik ze ( als aspirant- lid van de club van Dementenaren )!

” Vroeger”, als je naar de huisarts moest, dan ging je daar “ op de bonnefooi” heen, immers geen telefoon ; dan kwam je een overvolle wachtkamer binnen en dan moest je wel vragen: “ wie is de laatste?”

En dan moest je die in de gaten houden zodat je wist wanneer jij naar binnen kon! Assistentes waren toen nog een onbekend verschijnsel!

En de huisartsen trokken toen niet gemiddeld 7 minuten uit voor een consult, maar zo lang als nodig was! Dus het was zaak om heel vroeg voor de deur te staan, want anders was je ochtend ruim gevuld met apathisch wachten.

Nog erger als je naar de tandarts moest.

Wij waren “ Ziekenfonds-verzekerd”  en dan was woensdagmiddag spreekuur voor alle kinderen. Volle wachtkamers, zie hierboven voor de volgorde van behandeling, uit de behandelkamer hoorde je voortdurend het angstaanjagende   harde geluid van de tandartsboor en met angstzweet wachtte je dus op je beurt.

Eenmaal “ in de stoel” was je overgelaten aan een veelal humeurige tandarts, die wist dat zijn wachtkamer nog steeds vol was. En veel te verdienen was er niet met deze verzekerden.

Boren waren niet voorzien van de huidige optimale waterkoeling ! Verdoving was nog onbekend ! Wat een martelarij!

Geen verrassing dus dat ik een groot deel van mijn leven met een dramatische fobie voor “ de tandarts” heb geleefd! ( Een alleszeggend voorbeeld, begin 70-er jaren: vreselijke kiespijn, niet naar de tandarts durven te gaan, gelukkig was er (veel) whisky, echter voordat die verdoving inging  door de pijn met voorhoofd deuk in deur gekopt maar uiteindelijk roepend: “ ik heb geen kiespijn meer”!)

Sneeuwplezier?

Wat we ook wel deden bij verse sneeuwval, was “ bumpertje glijden “!

In die tijd nog geen georganiseerde ijs- en sneeuwruimers! Nee, sneeuw bleef lang op het wegdek liggen en auto’s kwamen dan voorzichtig rijdend langs. De kunst was dan achter zo’n auto aan te rennen, de achterbumper vast te grijpen en zo dan op je hurken een stuk achter die auto aan te glijden en op enig moment weer loslaten. Niet geheel zonder risico als er kort achter je nog een auto reed! Streng verboden door ouders!!

Sloten en plassen waren er niet in en in de directe omgeving van Laren. Als er vorst kwam, was er een kleine ijsbaan, volgens mij op een onder water gezette tennisbaan?

Dus dan ging “ heel” Laren naar deze ijsbaan, daarnaast moest Pa altijd elke dag gewoon werken, zodoende vrijwel nooit  naar de ijsbaan geweest en deze folklorische bezigheid nimmer kunnen leren.

Een mooie herinnering uit de RK-cultuur voortspruitende was “ Rommelpotterij”.

Deze speelde zich af in de carnavalstijd, dus vlak voor de Vastenperiode. In Laren werd overigens geen Carnaval gevierd.

Maar wel dus Rommelpotterij.

Een leeg groenteblik werd van boven omspannen met een echte varkensblaas, waaraan in het midden een stokje was bevestigd.Door met dat stokje de blaas op en neer te bewegen, kreeg je een soort trommend geluid.

Met die “Rommelpot” ging je, – met anderen- vervolgens langs de deuren,al zingend:

?Rommelpotterij,  Rommelpotterij, geef me een centje, dan ga ik voorbij…”

Tekst ging nog verder, maar……niet meer compleet.

Met het geld dat je zodoende had opgehaald, werd lekkers gekocht en op “Vastenavond” was dat een top familieavond.

Je keek er steeds weer naar  uit en ik herinner mij nog dat Pa bij de slager verse varkensblazen ophaalde, deze liet drogen en de rommelpotten  voor ons maakte.

Woensdag morgen, begin van de Vastenmaand, ging je naar de kerk om een “askruisje” op je voorhoofd te halen. Je was maar wat trots als s’avonds je askruisje nog op je voorhoofd aanwezig was.

Nog steeds kijk ik met heel veel warme gevoelens terug naar de beleving en impact van het rijke dorpse katholieke culturele  leven zoals ik dat in mijn jeugd heb beleeft.

Uw dienstbare scribent,

Wim A Smit ?