De Prietprater

Aspirant

· Priet Prater

🎼🎼 Hallo Allemaal 🎼🎼,

Nog steeds “ veroordeeld” tot afstand ,saaiheid en geen einddatum !
Roofridder R sprak zoals steeds weer met meel in de mond, niet consequent ( zijn mondkapjes nu nodig of schijnveiligheid, weet hij niet te zeggen), niet uit te leggen dat sportscholen nog lang niet open mogen etc.
En over het echte drama in zorg- en verpleegtehuizen houdt hij helemaal zijn mond!

Maar goed, die “ rust” om je heen , – zittend op de bank – , leidt soms ook tot mijmeringen, over de ( theoretische) nadering van mijn Eindtijd maar ook over periodes in mijn leven, die al weer wat verder achter mij liggen.
Het leek mij leuk voor mijn volgers , ( ook voor mijzelf om het nog eens logisch en samenhangend te zien) om wat meer te vertellen over deze vergleden periodes🤩!

Over mijn echte “ jeugd” heb ik al eens een aantal Prietpraters geschreven.
Ik wil wat meer vertellen over mijn politie- loopbaan, ins en out over de 42 politie jaren. Weten mijn nazaten later nog wat van hun stamhouder.😏

Het begin is dus 1 oktober 1967, melden op het station Velp in Arnhem!
Met een vrachtauto, met houten banken naar de Opleidingsschool, een groot complex, midden in bossen.
Vanaf die datum: aspirant der Rijkspolitie, herkenbaar aan een streepje/ Chevron op zijn mouw en in plaats van een pet een soort baret!
Ingedeeld in klas Eduard met als coördinatoren de opperwachtmeesters Aartse en Sundahl, gepokt en gemazeld in de dagelijkse praktijk en nu dus docenten.
Van maandag tot vrijdag, tenzij “ weekendwacht”😬!
De opleiding duurde EEN jaar ( nu 3 jaar en recent verkort naar 2 jaar).
Slapen op stapelbedden op slaapzalen en een kledingkast tegenover je bed.
Wekelijks bed- en kast controle: in de houding voor je open kast staan in, waarna de oppers langs liepen en serieus controleerden of alles wel opgevouwen en opgeborgen was zoals we “ afgesproken” hadden.
Gelukkig werd nog net niet, – zoals in Full Metal Jacket-, als het niet klopte, de hele inhoud van je kast eruit gegooid!
Maar, commentaar vond je niet leuk!
Droge stof, veel wetten uit je hoofd leren, ( Vogelwet, Wapenwet etc), handmatig schrijven van processen- verbaal, veel sport.
Tot s’ avonds 22 uur studeren, naar slaapzaal en 23 uur licht uit!
Bijzonder waren de uren “ excerceren” op het excercitieterrein; als chaotisch verzameling individuen naar een strak marcherende eenheid die je op commando aanstuurde!
Voor het eerst een pistool in je handen ( eerst een FN, later de Walther P5).
Naar de schietbaan , in die tijd niet meer dan “ roosjes melken” en uiteindelijk dan voldoen aan de eis om in een bepaald aantal seconden een minimaal aantal schoten in de roos te hebben!
Niet mijn ding toen, eenmaal gezakt, maar uiteindelijk wel goed gekomen.
Verkeer regelen op een redelijk druk kruispunt in Arnhem.
“ Uitjes” waren daadwerkelijke inzet voor publieks- evenementen , zoals bloemencorso’s, motorraces( Tubbergen), veelal in weekenden.
Feitelijk was je gewoon dan een soort levend dranghek, maar je ervaarde dit als uniek!
Je was jaloers als niet jouw klas, maar een andere als assistentie naar zo’n evenement mocht!
Daar liep je dan, voor het eerst tussen echt publiek, in je uniform: enerzijds zo trots als een Pauw, anderzijds wennen dat iedereen je aankeek.
Credo: Regelmaat, rust en reinheid!

Aan het einde van het opleidingsjaar kwam de datum waarop bekend gemaakt werd, wat je eerste standplaats zou worden. Razend spannend! Als ( minderjarige) wachtmeesters werden we dat eerste praktijkjaar geplaatst binnen een afstand van 50 km van je ouders!
Overigens je had geen enkele invloed op het plaatsingsbeleid.
Voor mij werd dat , per 1 oktober 1968, de groep Idaarderaldeel, met als standplaats Grouw!
Niet echt een standplaats die bovenaan bij mij stond, Joure, Lemmer hadden meer mijn voorkeur.
Mijn lief en ik waren tijdens de opleiding getrouwd, mijn lief en eerstgeboren zoon woonden bij vader/ opa Wiebren, daarbij rekening houdend dat zeer waarschijnlijk na dat eerste jaar ik overgeplaatst zou worden naar nog een onbekende standplaats, deed ons besluiten, dat ik in een gastgezin in Grouw ging wonen en de anderen in Heerenveen bleven.
Ik had een prima gastgezin, familie Boersma, een klein slaapkamertje.
Wat ik best lastig en niet leuk vond:
Als je geen avonddienst had, of TW- telefoonwacht in je woning voor spoedinzet-, dan werd je toch geacht in je standplaats te zijn.
Als ik dus s’avonds vrij was, wilde ik graag naar Lief en kind.
Meldde mij dan bij de rayoncommandant, opper Smallenbroek, en vroeg deemoedig of ik deze avond/nacht naar Heerenveen mocht!?
De Opper was een prima vent, dus dat kwam wel goed!

Een mooi moment om het eerst hier bij te laten.
Volgende keer de eerste echte politie- activiteiten in het “ altijd drukke” Grouw!

Groet van de Prietprater,🤡